Het ontstaan.

Ooit is Schiermonnikoog ontstaan. Schiermonnikoog is niet altijd zo geweest zoals het nu is. Hoe het eiland precies is ontstaan is niet geheel bekend. Zeer waarschijnlijk zijn de wadden, en dus ook Schiermonnikoog, ontstaan uit strandwallen voor de Nederlandse kust. Tijdens de ijstijd is dit zand naar de Nederlandse kust gegaan en is daar blijven liggen.

Door stromingen tussen deze zandbanken en het lager worden van de waterspiegel ontstond er een branding en werden er door erosie grote zandbanken gevormd. Door de getijen bleef er steeds meer zand achter op deze banken totdat water en wind een evenwicht hadden bereikt. Vervolgens kwamen er zaadjes op de zandbanken zodat er enigszins begroeiing kon komen. Hierdoor ontstonden er een soort duinen op deze zandbanken met als gevolg dat er steeds meer zand kon blijven liggen totdat alles weer in evenwicht was. Zo zijn de wadden ongeveer ontstaan.

De bewoners.

Dat er mensen op Schiermonnikoog zijn gaan wonen is wel duidelijk, maar wie nou de eersten waren is niet duidelijk. Het dorp Schiermonnikoog staat het eerst beschreven in een document van Philips van Bourgondie in 1440.

Het eiland was in bezit van de monniken van het klooster Claercamp uit Rinsumageest. Deze monniken hadden in Friesland een heleboel grond in hun bezit. Op Schiermonnikoog maakten ze de grond rijp voor landbouw met behulp van dijken. Deze dijken zorgden er voor dat het land niet werd overstroomd door de zee.

De eerste dijken op Schiermonnikoog werden gebouwd rond het reeds vergane dorp Westerburen.

In 1580 kwam het eiland in bezit van de Staten van Friesland. Doordat de Staten van Friesland kort daarna in financiële problemen verkeerden werd Schiermonnikoog in 1638 verkocht aan de strijkgeldschrijvers Gabe W. Botma en Hendrik van Marssum. Ze hadden weinig belang bij Schiermonnikoog en verkochten na een jaar het eiland door aan Pieter B. Houckema. Wegens gezondheidsredenen verkocht deze het eiland in 1640 aan de adellijke familie Stachouwer voor een bedrag van 20.000 goudguldens. Dit was echter geen groot succes. De Stachouwers waren niet in staat de dijken te onderhouden zodat in 1760 het dorp Westerburen door een storm werd opgeslokt door de zee. Vanaf 1720 was er al begonnen aan een nieuw dorp, het huidige Schiermonnikoog. In die tijd waren er maar twee straten in het nieuwe dorp, namelijk de Voor- en de Middenstreek.Een van de eerste huisjes van dit nieuwe dorp is het huisje " Marten " aan de Middenstreek. Dit huis dateert van 1721.

Tussen 1735 en 1741 was Catharina Maria Stachouwer voor de helft eigenaresse van Schiermonnikoog. Tussen 1741 en 1761 was zij zelfs voor 2/3 eigenaresse van het eiland. Zij liet zich in die periode Freule of vrij-echtvrouwe van Schiermonnikoog noemen. Catharina Maria Stachouwer was een vrouw met een zeer eigen mening. Als iemand het daar niet mee eens was kon deze een aanvaring met haar verwachten. In haar kinderjaren schreef ze namen van eilanders in haar vaders boekje zodat deze geen land meer aan ze moest verhuren. Ze deed dit omdat ze deze eilanders niet beleefd genoeg vond of domweg lelijk vond. Door haar gedrag kreeg zij meer dan eens te maken met opstandige figuren uit de niet echt onderdanige eilander gemeenschap. Twee maal was het zo erg dat de Freule bij de Staten van Friesland verzocht om bescherming. Hierop werd een detachement soldaten naar Schiermonnikoog gestuurd voor de bescherming van de Freule. De Freule lag ook binnen de kortste keren met de soldaten overhoop. In haar eigen familie waren de menigen over haar manier van het besturen van Schiermonnikoog verschillend. Van normale familierelaties was dan ook geen sprake. Ook aan de wal wist ze mensen tegen zich te keren. De bestuurders van Stad en Ommelande en die van Friesland waren niet bepaald haar vrienden. Ze probeerde daar twee colleges tegen elkaar uit te spelen.

Catharina Maria Stachouwer had niet alleen maar slechte eigenschappen, zij had ook haar goede kanten. Een daarvan was haar zorg voor de armen en de wezen. In de periode dat zij op het eiland verbleef heeft zij tal van zaken aan het armenhuis en spinhuis verbeterd. In haar testament liet ze vastleggen dat het armenhuis de garantie kreeg dat er inkomsten zouden zijn en daarnaast liet zij de armen op het eiland een lief sommetje na.

In 1859 werd Schiermonnikoog wederom verkocht, dit maal kwam het eiland in bezit van Mr. John Eric Banck. Deze inwoner van Den Haag kocht Schiermonnikoog voor een bedrag van f 98.000,-. Het eerste wat Mr. John Eric Banck deed was het aanleggen van een nieuwe waddendijk. Hierdoor ontstond de huidige Banckspolder. Verder gaf Mr. John Eric Banck de aanzet tot de bestrijding van de enorme verstuiving van duinen door deze te beplanten met helmgras. Ter herinnering aan Mr. John Eric Banck is er de Bank van Banck en de Banckspolder.

In 1892 verruilde Schiermonnikoog weer van eigenaar. Ditmaal was de eer aan de Duitse graaf Hartwig Arthur von Bernstorff-Wehningen. Ditmaal kostte het eiland f 150.000,-. Het huidige dennenbos werd geplant door deze adellijke familie. Het hout dat gekapt zou worden in dit bos was bestemd voor de verkoop. Ook beheerde de familie de pacht van de boerderijen op Schiermonnikoog.

In 1940 overleed Hartwig Arthur von Bernstorff-Wehningen, het eiland werd geërfd door zijn zoon. Zijn zoon, Bechtold Eugen Graf von Bernstorff, zou Schiermonnikoog slechts vijf jaar in zijn bezit hebben. Tevens was hij de laatste privé- eigenaar van Schiermonnikoog.
Tijdens de oorlog bleef de graaf Schiermonnikoog bezoeken om te kijken hoe zijn landgenoten met zijn bezit omgingen. Schiermonnikoog was toen bezet met 7 à 800 Duitse soldaten. In de zomer van 1945 raakte de graaf zijn eiland kwijt. Aangezien hij Duitser was was het eiland vijandelijk vermogen. Schiermonnikoog werd geconfisceerd en viel onder het Beheersinstituut. Later ging Schiermonnikoog naar de Rijksdienst der Domeinen. Graaf Bechtold Eugen Graf von Bernstorff overleed op maandag 23 november 1987.